...Afgelopen vrijdagnacht raakte ik in discussie met twee prototypische SP-ers. Ze kennen mijn politieke betrokkenheid, flirten met het idee om op mijn partij te gaan stemmen, maar stemmen uiteindelijk toch vertrouwd. Ik begrijp heel goed wat ze interessant vinden bij mijn partij: onze roep naar kleinschaligheid, maar wel naar stedelijke proporties. Ik weet ook waar de pijnpunten zijn: onze roep om transparantie. Overmoedig geworden door enkele lezingen filosofie en enkele glaasjes bier besloot ik tot een experiment.
Ik had net een debat bijgewoond met Rob Wijnberg: hij trekt een parallel tussen Wilders en de SP, beiden "bashen" één groep structureel. Wilders richt zich op moslims en de SP geeft systematisch het neo-liberalisme de schuld van de crisis en roept op tot een soort steniging. Hij verbaast zich dat de SP dit wel mag, maar Wilders niet. Dus ik legde de mevrouw en de meneer van de SP dit dilemma voor en de reacties waren voorspelbaar.
Voor de helderheid de stelling: de SP demoniseert een groep systematisch! De eerste reactie was natuurlijk verongelijkt: "maar de SP doet het het niet vanuit het kwaad!". Dit goede-bedoelingen-argument kan eigenlijk makkelijk worden weerlegd, namelijk er is geen enkele politieke beweging in Nederland, zelf de NVU niet, die kwaad wilt. Hun doel is altijd een goede, maar hun middelen maken slachtoffers. Ik schuw nooit een goede discussie dus zeg ik: "Wilders wil toch vanuit zijn visie het beste voor Nederland?!". Hoon alom, de mevrouw was diep beledigd en zondert zich woedend af. De man probeert toch een dapper antwoord te formuleren en begint aan een lange reactie waarbij het kapitalisme van alles de schuld krijgt.
Ik prik zijn standpunten één voor één door: het argument van kartelvorming weerleg ik omdat dit juist elke kapitalist zou willen uitbannen; het argument van alleen maar gericht willen zijn op profijt, ik hoef maar te kijken naar de hardwerkende kroegbaas en hij weet dat zijn punt onhoudbaar is. Dus geef ik hem een aanreiking: mag je alles zeggen?
Het wordt even stil en tot mijn verbazing citeert hij Rob Wijnberg: hij legt mij in eigen woorden perfect uit dat je een onderscheid moet maken tussen wat Rob Wijnbberg de negatieve definitie is gaan noemen "vrijheid van meningsuiting als keuze-hoeveelheid" en de positieve definitie "vrijheid om iets voor elkaar te krijgen door alles te mogen zeggen". En dan zijn we ineens waar we begonnen waren, want hij concludeert dat je alles mag zeggen als je maar uit het juiste politieke hout gesneden bent.
Ik besluit naar huis te gaan, maar wel bezorgd: schijnbaar hebben we de oude orde vervangen door een nieuwe paternalistische orde die zegt "links is goed, de rest is slecht en daarom weet links wat goed is". Dus wil men opkomen voor de "zielige moslims die zich niet kunnen verweren", in ieder geval zolang "zij zich niet geëmancipeerd hebben". Met andere woorden onze westerse norm is het enige nastrevenswaardig: dus het rechtse paternalisme gaat naadloos over in het linkse paternalisme. Ik begrijp ineens beter waarom veel mensen thuis blijven tijdens verkiezingen en waarom het moslimfundalisme hoogtij viert en dat allemaal omdat wij willen bepalen wat goed is voor de hele wereld in plaats van mensen voor zichzelf laten beslissen.
Dus zolang er een groep is die arrogant geloofd dat zij het beter weten wat voor een ander goed is, blijven we ellende houden. Ik kies ervoor om mijn gehoor te laten zien dat wij samen dingen moeten aanpakken om resultaten te kunnen bereiken en niet zomaar alle verantwoordelijkheid naar een ander kunnen overhevelen. Bij deze verklaar ik de technocratie de oorlog: leve de democratie!